Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [74]nu spreekt de HEERE, zeggende: [75]Binnen drie jaren ([76]als de jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt worden, [77]met al die grote menigte; en het overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig wezen. 74. Te weten nu zij alle vermaningen en dreigementen der profeten verachten. 75. Of, over drie jaren, of na den uitgang van drie jaren; te weten in het vierde jaar van den koning Hizkia, want de profeet heeft dit gesproken in het eerste jaar der regering van dezen koning, gelijk te zien is boven hfdst.14 vs.28, waar deze predikatie begint. De volbrenging derzelve zie 2 Kon.18:9, alwaar geschreven staat dat Salmanassar tegen Samaria getogen is in het vierde jaar van Hizkia; waaruit af te nemen is dat hij in het doorreizen de Moabieten heeft bedwongen, waarvan hier in dezen tekst gesproken wordt. Maar dit is maar een begin van hun jammer en verderf geweest, hetwelk een geruimen tijd hierna volkomenlijker geschied is, gelijk lang na den profeet Jesaja hun de profeet Jeremia zulks voorzegd heeft; Jer.48:. 76. Dat is, wel geteld en nauw gerekend. Men geeft een gehuurden knecht zijn bedongen loon als zijn tijd om is, niet eer en ook niet later; vergelijk Jer.21:16. 77. Anders: met al dien groten rijkdom, of overvloed; zie Ps.37:16; Pred.5:9.